Westelijke Jordaanoever: Toegang tot medische zorg in gevaar nu Israëlische invallen steeds intensiever worden

De Israëlische invallen, die begonnen in de vroege uren van 28 augustus, hebben ook op grote schaal schade toegebracht aan de wegeninfrastructuur, elektriciteitsnetwerken en watervoorziening, waardoor AZG ernstig gehinderd werd in haar vermogen om medische activiteiten uit te voeren in de steden Jenin en Tulkarm. ​ "Er is zeer beperkte medische toegang in de stad Tulkarm en de vluchtelingenkampen en de schade aan de infrastructuur is enorm", zegt een medewerker van AZG.

"Het is bijna onmogelijk om mensen in nood te bereiken. Deze invallen zijn onaangekondigd, waardoor mensen enorm onvoorbereid zijn. Moeders vertelden ons onder andere dat ze niet genoeg voedsel voor hun baby's hebben. Bewoners voelen zich gevangen en geïsoleerd."

Sinds het begin van de recente invallen hebben medische teams van AZG hun activiteiten in de steden Tulkarm en Jenin moeten staken.

"Onze medewerkers zijn momenteel beperkt in hun bewegingsvrijheid en in hun mogelijkheden om directe hulp te bieden aan de bevolking", zegt projectcoördinator Caroline Willemen van AZG. "We hebben alleen psychologische noodhulp kunnen bieden in Tulkarm en een donatie [van medische benodigdheden, babymelk en luiers] kunnen doen in Jenin. De invallen moeten stoppen en de ongehinderde toegang tot gezondheidszorg moet zo snel mogelijk hersteld worden."

​

In Hebron hebben Israëlische troepen de toegang van en naar de stad geblokkeerd, waardoor AZG-teams geen mobiele klinieken kunnen runnen en de buiten de stad gelegen kraamkliniek van AZG niet kunnen ondersteunen. In de stad is de kliniek van AZG operationeel, maar de mensen melden dat de blokkades en het gevoel van onveiligheid de toegang voor patiënten verhinderen.

In Jenin en Tulkarm zijn ambulances en gezondheidswerkers herhaaldelijk aangevallen, waardoor de medische activiteiten ernstig in gevaar zijn gekomen. Na acht dagen invasie stijgt de nood, vooral in de kampen, en is meer humanitaire hulp nodig.

"Israëlische pantservoertuigen staan bij de ingangen van het door AZG gesteunde Khalil Suleiman ziekenhuis in Jenin en het ziekenhuispersoneel heeft moeite om zijn activiteiten voort te zetten bij een tekort aan elektriciteit en water", zegt Willemen.

Een vrijwillige paramedicus, opgeleid door AZG, beschrijft hoe ze gewond raakte toen ze eerste hulp verleende aan een patiënt in een kamp in Tulkarm: "Zelfs toen ik mijn medische uniform aanhad, werd ik geraakt door munitie uit de lucht en raakte ik gewond boven mijn oog en liep ik granaatscherfwonden op."

Een andere paramedicus die door AZG werd opgeleid, beschrijft hoe Israëlische soldaten zijn huis binnendrongen en hem bedreigden: "Israëlische troepen braken mijn deur open. Ik vertelde ze verschillende keren dat ik vrijwilliger was voor medische organisaties, maar ze sleepten me naar buiten en schopten tegen mijn rug voordat ze een wapen op mijn hoofd richtten."

De recente invallen op de Westelijke Jordaanoever zijn het hevigst sinds 2002. Volgens het ministerie van Volksgezondheid zijn er sinds 28 augustus op 5 september 39 Palestijnen gedood en 140 gewond geraakt. Deze aanvallen maken deel uit van een breder patroon van geweld dat sterk is verslechterd sinds het begin van de oorlog in Gaza. Sinds oktober 2023 zijn er meer dan 652 Palestijnen gedood op de Westelijke Jordaanoever.

AZG roept op om burgers, gezondheidswerkers, ambulances, gezondheidsfaciliteiten en ziekenhuizen koste wat het kost te beschermen. Als bezettingsmacht moeten de Israëlische autoriteiten hun verplichtingen volgens het internationaal humanitair recht nakomen om ongehinderde toegang tot gezondheidszorg en andere essentiële diensten op de Westelijke Jordaanoever te garanderen.