Geen vrijstelling intellectuele eigendom op COVID-19 middelen: Artsen Zonder Grenzen uitermate teleurgesteld na bijna twee jaar discussies in de WTO
Vandaag hebben regeringen een teleurstellend besluit genomen op de 12e ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTOà in Genève deze week (12-15 juni), meer dan 20 maanden nadat India en Zuid-Afrika bij de WTO voor het eerst een baanbrekende vrijstelling van intellectueel eigendom (IP) voor medische hulpmiddelen tegen COVID-19 voorstelden.
De besluittekst bevat enkel een reeks verduidelijkingen van de bestaande waarborgen voor de volksgezondheid, en een beperkte uitzondering voor de procedure voor het gebruik van dwanglicenties voor de export van COVID-vaccins door landen die in aanmerking komen, voor een duur van vijf jaar.
Dr. Christos Christou, internationaal voorzitter van Artsen zonder Grenzen:
“20 maanden lang werd er onderhandeld over deze tekst. We zijn erg teleurgesteld over het ontoereikende resultaat. Hoewel enkele wijzigingen de meest zorgwekkende elementen van de eerdere tekst van mei 2022 verzachten, zijn we over het algemeen teleurgesteld dat we niet tot een echte vrijstelling van intellectueel eigendom konden komen, zoals ze voorgesteld werd in oktober 2020; een vrijstelling voor alle COVID-19 medische instrumenten en met inbegrip van alle landen. Zelfs tijdens een pandemie die aan meer dan 15 miljoen mensen het leven heeft gekost is dat niet gelukt.
De zopas gemaakte overeenkomst biedt geen grotere toegang tot de benodigde medische hulpmiddelen tijdens een pandemie. Er wordt niet adequaat afstand gedaan van intellectueel eigendom op alle essentiële medische hulpmiddelen voor COVID-19, en het is niet van toepassing op alle landen.
De maatregelen in het besluit pakken farmaceutische monopolies niet aan en garanderen evenmin betaalbare toegang tot levensreddende medische hulpmiddelen. Dat is niet alleen nefast voor de COVID-19 pandemie: het besluit schept een negatief precedent voor toekomstige wereldwijde gezondheidscrises en pandemieën.
Artsen Zonder Grenzen wees herhaaldelijk op de uitdagingen en hindernissen waarmee eerstelijnsgezondheidswerkers te maken krijgen bij hun zorg aan mensen met COVID-19. Ondanks verheven politieke toezeggingen en woorden van solidariteit, is het ontmoedigend om te zien dat rijke landen de flagrante ongelijkheden in de toegang tot levensreddende medische hulpmiddelen tegen COVID-19 voor mensen in lage- en middeninkomenslanden niet wilden oplossen.
Neem zelf stappen!
Nu een echte wereldwijde oplossing voor aanhoudende toegangsproblemen uitblijft, dringt Artsen Zonder Grenzen er bij regeringen op aan om onmiddellijk op nationaal niveau stappen te ondernemen voor toegang tot de benodigde medische hulpmiddelen voor COVID-19. Maak gebruik van alle beschikbare juridische en beleidsopties, schort intellectueel eigendom op medische hulpmiddelen voor COVID-19 op, geef dwanglicenties uit voor belangrijke medische technologieën om octrooibelemmeringen te overwinnen, neem nieuwe wetten en beleid aan zodat essentiële technische informatie die nodig is om ondersteuning van generieke productie en levering geen geheim blijft.
Aan alle regeringen: neem concrete stappen om het biomedische innovatiesysteem te heroverwegen en te hervormen. Zorg ervoor dat levensreddende medische hulpmiddelen op een rechtvaardige manier worden ontwikkeld, geproduceerd en geleverd en dat op monopolies gebaseerde en marktgestuurde principes geen belemmering vormen voor toegang. Red alstublieft levens in plaats van zakelijke en politieke belangen te redden.”