Kinshasa hard getroffen door COVID-19
Zorgwekkende daling van patiëntenconsultaties niet aan COVID-19 gerelateerd uit schrik voor besmetting in gezondheidsinstellingen.
Nadat op 10 maart 2020 de eerste patiënt met COVID-19 werd bevestigd in de Democratische Republiek Congo, heeft het virus zich intussen verspreid over het hele land. Drie maanden later zijn 4.700 mensen met COVID-19 besmet. Al ligt het besmettingscijfer waarschijnlijk veel hoger door de beperkte testcapaciteit: in het ganse land is maar één laboratorium uitgerust om de tests voor COVID-19 uit te voeren. 89% van de patiënten is afkomstig uit hoofdstad Kinshasa, een grootstad met 13 miljoen inwoners.
Om de verspreiding van het virus in te dammen hebben de Congolese autoriteiten snel preventieve maatregelen genomen, zoals beperkingen op het verkeer, een gedeeltelijke afsluiting van bepaalde districten en het verplicht dragen van maskers in het openbaar. Ze hebben ook de aandacht gevestigd op beschermende maatregelen zoals handen wassen, een goede hoestetiquette en fysieke afstand.
De internationale medische ngo Artsen Zonder Grenzen heeft in haar projecten in Kinshasa en elders het land de preventieve maatregelen versterkt, isolatieruimtes geïnstalleerd en gezondheidsbevorderende en sensibiliserende activiteiten opgestart in de gemeenschappen.
"In Kinshasa hebben we snel mobiele teams georganiseerd om 50 gezondheidscentra te ondersteunen", zegt Karel Janssens, landcoördinator in D.R. Congo. "Onze teams hebben daar de hygiënemaatregelen versterkt, maskers en handwasstations ter beschikking gesteld en medisch personeel en buurtwerkers opgeleid in infectiepreventie en -bestrijding. De bescherming van het gezondheidspersoneel en de patiënten was onmiddellijk onze eerste prioriteit.”
In het Saint Joseph-ziekenhuis in Limete, een gemeente in het district Kinshasa, heeft Artsen Zonder Grenzen een behandelingscentrum met 40 bedden opgezet voor patiënten met lichte tot matige symptomen. "Van begin mei tot begin juni werden gemiddeld 30 patiënten per dag in het centrum behandeld", zegt Janssens. "Bij het begin van onze respons hadden de meeste patiënten last van milde vormen van het virus. Maar sinds half mei krijgen we steeds meer patiënten met een ernstige aandoening. Op 11 juni hadden 14 van de 29 patiënten zuurstoftherapie nodig.”
Verontrustend is vooral dat sinds de pandemie in het land is, het aantal raadplegingen en opnames niet gerelateerd aan COVID-19 sterk is afgenomen in de gezondheidsinstellingen die Artsen Zonder Grenzen in Kinshasa ondersteunt. In het Kabinda-ziekenhuis hiv-consultaties tussen januari en mei met 30% gedaald; in het moeder-en-kindziekenhuis van Ngaba maar liefst met 44%.
"Veel mensen zijn bang dat ze met het virus besmet zullen raken door naar gezondheidsinstellingen te gaan die te weinig uitgerust zijn met beschermingsmiddelen, of ze zijn bang om lang geïsoleerd en gestigmatiseerd te worden vanwege de vertraging in het verkrijgen van de testresultaten", zegt Karel Janssens. "Deze situatie heeft gevolgen voor de zorg voor zieke mensen en het toezicht op hun behandeling, met name voor aandoeningen als diabetes, tuberculose, malaria en hiv/aids".
Veel meer patiënten lopen nu verhoogd risico te sterven aan aandoeningen die voorkomen hadden kunnen worden. Het sterftecijfer in verband met andere medische aandoeningen zal naar verwachting veel hoger liggen dan het sterftecijfer dat momenteel bij patiënten met COVID-19 wordt waargenomen.
Om deze situatie te helpen aanpakken, moeten de gezondheidscentra beter worden uitgerust met persoonlijke beschermingsmiddelen volgens Artsen Zonder Grenzen. "Dat zou het vertrouwen van de patiënten in de gezondheidsinstellingen vergroten, de verspreiding van COVID-19 helpen in te dammen én essentiële medische diensten kunnen blijven draaien", besluit Janssens. "Geconfronteerd met een pandemie zoals COVID-19, en gezien de toename van infecties van de luchtwegen die gepaard gaan met het droge seizoen, is het van vitaal belang om de goede werking van de eerstelijnsgezondheidsvoorzieningen te garanderen om te voorkomen dat de toegang van patiënten tot de zorg verder wordt beperkt.