Hiv-rapport van Artsen Zonder Grenzen: de financiering in de strijd tegen hiv en tuberculose moet aan de realiteit worden gespiegeld en worden versterkt

De vooruitgang die tien jaar lang geboekt werd in de strijd tegen de hiv en tuberculose komt mogelijk in gevaar door de daling van de internationale financiering en de snelle overheveling van de financiële lasten naar de getroffen landen. In sommige landen kan dat leiden tot een heropflakkering van de epidemie, zo waarschuwt een rapport van Artsen Zonder Grenzen. Morgen start in Lyon (8 tot 10 oktober) een conferentie over de herschikking van financiële middelen van het Wereldfonds ter bestrijding van hiv en tuberculose.

De eerste daling in tien jaar

De doelstelling om hiv en tuberculose finaal uit te roeien is verre van bereikt: deze ziektes doden samen jaarlijks meer dan twee miljoen mensen. Toch is de internationale en binnenlandse financiering van de hiv-programma’s in 2018 gedaald - de eerste keer in tien jaar tijd gedaald en wel met een miljard dollar in landen met lage en gemiddelde inkomens. En nog volgens de cijfers van de Verenigde Naties is het tekort voor de tuberculoseprogramma’s gestegen tot 3,5 miljard dollar per jaar.

Door deze recente afname in de financiering komt de strijd tegen hiv en tuberculose in een kritieke fase, zegt dokter Mit Philips, één van de auteurs van het rapport. De goede resultaten die geboekt werden in landen zoals Mozambique dreigen verloren te gaan, en in regio’s als West- en Midden-Afrika waar landen grote achterstand hebben opgelopen in de strijd tegen hiv en tuberculose, is het risico op achteruitgang nog groter.

Het rapport baseert zich op studies die Artsen Zonder Grenzen uitvoerde in negen landen waar de organisatie programma’s beheert in de strijd tegen hiv en tuberculose. Het toont aan dat het gebrek aan internationale financiering en de ontoereikende nationale middelen nu al grote hiaten veroorzaken bij de diagnose, preventie en behandeling van hiv en tuberculose en voor gebrekkige voorraden van essentiële geneesmiddelen. Het voortbestaan van programma’s die zich richten op mensen met specifieke noden, zoals bepaalde sleutelgroepen (mannen die seksuele contacten onderhouden met andere mannen, transseksuelen, sekswerkers en spuitende drugsgebruikers), migranten en hiv-patiënten in een vergevorderd stadium, komt zo in gevaar.

Elke dag zien onze teams met eigen ogen hoe patiënten met deze behandelbare ziektes lijden en overlijden”, zegt dokter Maria Guevara, co-auteur van het rapport. Het aantal mensen dat een levenslange antiretrovirale behandeling nodig heeft blijft stijgen, maar de beschikbare fondsen blijven dalen. Door het gebrek aan geneesmiddelen of ondersteunende diensten beginnen velen hun behandeling niet op tijd of zien ze zich verplicht die op te geven. Anderen moeten al hun eigen middelen aanspreken om hun behandeling niet te onderbreken. Dit alles draagt bij tot een toename in de verspreiding van de ziekte, een hogere sterftegraad, een toenemend therapiefalen en steeds vaker ook resistentie tegen de behandeling – wat op haar beurt leidt tot duurdere medische zorg voor hiv en tuberculose. ” 

Nood aan realiteitszin

Volgens het rapport van Artsen Zonder Grenzen wordt de impact van het tekort aan financiële middelen voor hiv en tuberculose onderschat en wordt die zelfs nog groter, terwijl kwetsbare landen grote inspanningen leveren om de afgenomen buitenlandse hulp te compenseren. Terwijl de politieke bereidheid wel lijkt te bestaan om meer bij te dragen, zijn vele landen niet bereid om deze verantwoordelijkheid op korte termijn op te nemen. Sommige landen die in het rapport voorkomen, zijn in de greep van conflicten of politieke en economische problemen. Toch staan ze onder druk om snel bijkomende middelen te mobiliseren voor hiv en tuberculose, terwijl hun budgetten nu al te beperkt zijn en de financiële steun van geldschieters ontoereikend is. Er is nood aan meer realiteitszin, waarschuwt dokter Philips.

Als gevolg van deze uitdagingen vragen de auteurs van het rapport een grondige evaluatie van de reële capaciteit van landen om op korte termijn meer middelen vrij te maken voor gezondheidszorg. Een dergelijke evaluatie is noodzakelijk gezien de impact die het financieringstekorten heeft op patiënten en op het vermogen van gezondheidsinstellingen om hen te verzorgen.

De financiële lasten delen met de getroffen landen kan een positief signaal zijn, want het toont dat iedereen zijn steentje moet bijdragen, vervolgt dokter Philips. Maar deze benadering moet aangepast zijn aan de realiteit van elk land. De last verdelen betekent niet de last overhevelen. Wanneer de capaciteit van een land om nationale middelen te mobiliseren overschat wordt, brengt dat de gezondheidsprogramma’s – en dus ook mensenlevens – in gevaar.

De donorlanden moeten de verminderde financiering van de strijd tegen hiv en tuberculose snel omkeren en rekening houden met de uitdagingen waarvoor hun partnerlanden staan, besluit dokter Guevara. “Als we het roer niet omgooien, lopen we het risico dat al het harde werk van de afgelopen jaren weggegooid wordt en de epidemie opnieuw kan opflakkeren. Dat zou vele levens zou kosten. De conferentie in Lyon moet koste wat het kost het nodige geld vrijmaken om te voorkomen dat de respons niet nog meer uit koers raakt.

EINDE

Enkele voorbeelden

In de Centraal-Afrikaanse Republiek leven minstens 110.000 mensen met hiv. De huidige toelage van het Wereldfonds dekt slechts 39% van de behoeften op het vlak van medische behandeling. Niettemin zetten verschillende bilaterale en multilaterale actoren de regering van één van de armste landen ter wereld onder druk om een groter deel van de kosten voor gezondheidszorg op zich te nemen. In juli 2019 zorgden een gebrek aan financiering en een vertraging in de aankoop van medicijnen voor een massale onderbreking in de toevoer van antiretrovirale geneesmiddelen in het land. Hierdoor dreigde de behandeling van duizenden patiënten verstoord te raken.

In Guinee zijn de hiv- en tbc-gerelateerde sterftes respectievelijk met 7% en 5% gestegen tussen 2010 en 2016. In een uitzonderlijk moeilijke context moeten de inspanningen en investeringen in de strijd tegen deze twee ziektes worden opgedreven. Toch zijn de subsidies voor hiv en tuberculose die door het Wereldfonds werden ondertekend met 17% verminderd tussen de periodes 2015-2017 en 2017-2019. Dit had directe gevolgen voor de respons tegen deze ziektes, met financiële tekorten voor de programma’s die werken rond de preventie van moeder-kindoverdracht, de vroegtijdige diagnosestelling van hiv bij zuigelingen, de testen voor virale belasting en de psychosociale ondersteuning. Het had ook een invloed op de toegang tot medicijnen en medische producten, wat op zijn beurt leidde tot onderbrekingen, zoals we die zagen bij de nationale onderbreking van antiretrovirale therapie in de zomer van 2018.

Myanmar heeft één van de hoogste prevalentiecijfers van hiv in Azië en het Stille Zuidzeegebied. Het financieringstekort voor hiv/aids in het land wordt geschat op 150 miljoen Amerikaanse dollar. Het gebrek aan geld voor de behandeling dreigt bepaalde bevolkingsgroepen te treffen en zal een bijzondere impact hebben op de migrantengemeenschappen. Ook kampt Myanmar met enorme problemen om zijn programma’s in de strijd tegen hiv en tbc te voorzien van personeel en zijn er grote uitdagingen wat betreft opleiding, rekrutering en het behouden van gezondheidswerkers. Er is dringend nood aan een versterking van de volksgezondheidsstaf om zo een eerlijkere toegang tot medische zorg te garanderen.

In Eswatini (Swaziland) blijft het financieringstekort in de strijd tegen hiv en tbc de komende jaren aanzienlijk. Voor hiv zal het tekort 24,9 miljoen Amerikaanse dollar bedragen in 2020. Voor tuberculose zal de kloof tegen 2021 oplopen tot 10,9 miljoen dollar. De regering van Eswatini financiert reeds een basisbehandeling tegen hiv en tbc, maar een reductie van de internationale financiële steun zal de preventie hard treffen. Bovendien is het weinig waarschijnlijk dat nieuwe interventies opgestart worden en dat de huidige activiteiten met de nodige kwaliteitsgaranties kunnen blijven doorgaan. Dit ondermijnt de doelstelling van een duurzame controle van de hiv- en tuberculose-epidemie. De voorziene daling van publieke inkomsten en de devaluatie van de lokale munt ten opzichte van de Amerikaanse dollar zullen de koopkracht van Swaziland bovendien beperken voor internationale producten zoals geneesmiddelen en laboratoriumuitrusting.

Noot voor de redactie

• Het rapport van Artsen Zonder Grenzen Burden sharing, not burden shifting is gebaseerd op bevindingen uit negen landen waar AZG hiv- en tuberculoseprogramma’s lopen heeft: de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo, Eswatini, Guinee, Kenia, Malawi, Mozambique, Myanmar en Zimbabwe. Het steunt op een exhaustieve studie van literatuur, analyses van veldwerk en interviews met sleutelinformanten op nationaal en internationaal niveau.

• In 2018 kregen in de programma’s van Artsen Zonder Grenzen 159.100 hiv-patiënten een antiretrovirale eerstelijnsbehandeling en volgden 17.100 patiënten een tweedelijnsbehandeling. In hetzelfde jaar startten in de programma’s van Artsen Zonder Grenzen 16.500 personen een eerstelijnsbehandeling tegen tuberculose en begonnen 2.840 personen met een behandeling tegen multiresistente tbc.

• Het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria is het grootste financieringsmechanisme ter wereld voor programma’s in de strijd tegen hiv en tuberculose. Om de drie jaar brengt de conferentie over de herschikking van de financiële middelen de donorlanden, de privésector en filantropische stichtingen samen om wereldwijd interventies tegen hiv, tuberculose en malaria te financieren. Dit jaar hoopt deze conferentie minstens 14 miljard Amerikaanse dollar bijeen te brengen voor de periode 2020-2022.

MSF_HIVandTB report_EN_Oct2019.pdf

PDF - 5.6 Mb

Christof Godderis

Persverantwoordelijke, Artsen Zonder Grenzen

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over MSF/AZG

Artsen Zonder Grenzen is een medisch-humanitaire noodhulporganisatie, met projecten in meer dan 70 landen wereldwijd.