Grensovergang Bab Al-Hawa in Syrië vernieuwd voor 6 maand: “essentieel maar onvoldoende”
Volgens de VN hebben 4,1 miljoen van de 4,4 miljoen mensen die in het noordwesten van Syrië wonen humanitaire hulp nodig en 3,1 miljoen mensen gezondheidszorg. Op dit moment is de Bab Al-Hawa-grensovergang aan de grens tussen Syrië en Turkije de enige goedgekeurde humanitaire grensovergang naar het noordwesten van Syrië. In 2021 is meer dan 99% van de humanitaire hulpgoederen van Artsen Zonder Grenzen naar het noordwesten van Syrië verscheept via Bab Al-Hawa. De grensovergang is dus een levenslijn voor miljoenen mensen. Elk jaar stemt de VN veiligheidsraad over het al dan niet openhouden van de grensovergang, en dit jaar werd Bab Al-Hawa slechts met 6 maand verlengd.
“Het besluit van de VN Veiligheidsraad om het grensoverschrijdende hulpmechanisme van Turkije naar Syrië te vernieuwen, is absoluut essentieel en essentieel voor de mensen in het noordwesten van Syrië. Maar dit voor slechts zes maanden doen is onvoldoende en zorgwekkend”, zegt Francisco Otero y Villar, missiehoofd van Artsen Zonder Grenzen voor Syrië. “Een verlenging van zes maanden biedt onvoldoende zicht op het soort steun dat mensen in Noordwest-Syrië kunnen verwachten en dat ze hard nodig hebben.”
Op 8 juli 2022 sprak Rusland zijn veto uit over een ontwerpresolutie die de grensoverschrijdende hulp met nog een jaar zou verlengen. Op 12 juli, na verschillende onderhandelingsrondes, hernieuwde de Veiligheidsraad de resolutie voor slechts zes maanden, in plaats van 12 maanden zoals oorspronkelijk was voorgesteld, wat broodnodig uitstel bood, maar geen zekerheid na deze korte tijdspanne. Elke verdere verlenging zal afhangen van een nieuwe stemming in de Veiligheidsraad in januari 2023.
“De nieuw aangenomen resolutie (2642) vervalt in het holst van de winter, wanneer het barre weer de bestaande humanitaire behoeften verergert. Elke winter eisen vriestemperaturen, overstromingen en sneeuwstormen een zware tol van de gezondheid en het leven van Syriërs. Grensoverschrijdende hulp zal toen net zo belangrijk blijven als nu. Er is geen levensvatbaar alternatief”, besluit Otero y Villar.
Douchka van Olphen