Geweld in Ituri, D.R. Congo: 200.000 mensen ontheemd op twee maanden tijd

In de voorbije twee maanden zijn bijna 200.000 mensen ontheemd in de provincie Ituri, in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo.

Daarmee staat D.R. Congo op een weinig benijdenswaardige twee plaats van aantal binnenlands ontheemde mensen wereldwijd, na Syrië.  Artsen Zonder Grenzen nationale en internationale organisaties op om de hulp aan de ontheemden uit te breiden.

Het laatste in een reeks incidenten vond plaats op 17 mei in de regio Drodro. In een aanval op een dorp, werden een aantal dorpelingen vermoord of verwond en werden hun huizen in brand gestoken.  Na de aanval hebben medewerkers van Artsen Zonder Grenzen meteen steun verleend aan gezondheidswerkers die medische noodhulp boden aan vrouwen en kinderen met schot- en machetewonden. 

Het jongste slachtoffer van de aanval was een jongen van amper 15 maanden oud. Hij zat in een draagdoek op de rug van zijn moeder nadat ze werd neergeschoten. "De kogel doorboorde door de benen van de jongen en doodde zijn moeder", treurt medisch coördinator Diop El Haji. "Hij werd door de buren naar het algemeen ziekenhuis van Drodro gebracht. Zijn beide ouders werden gedood bij de aanval, samen met zijn drie zussen en drie broers. Van zijn hele familie overleefde slechts één broer nadat hij in de jungle wist te ontsnappen.”

Ook de gezondheidscentra zijn een doelwit van het geweld. "Op 2 mei kwam de oorlog dichtbij het gebied Wadda. Meer dan 200 huizen werden afgebrand", zegt Alex Wade, landcoördinator in Ituri. "Het gezondheidscentrum dat we steunden, werd geplunderd. Helaas was dit niet de eerste keer. Alleen al in mei werden moinstens vier andere gezondheidszorgfaciliteiten aangevallen."

Gewone mensen zijn de belangrijkste slachtoffers van de gevechten tussen de milities en het leger. Veel mensen leven in angst voor een aanval, terwijl het geweld ook de inspanningen van Artsen Zonder Grenzen belemmert. "Veel mensen leven in constante angst om aangevallen te worden in een gebied waar de humanitaire noden sterk toenemen", zegt Wade. "Onze teams hebben moeite om zowel de lokale bevolking als de ontheemde bevolking zorg te bieden, omdat we geen garantie hebben op een veilige toegang tot sommige gebieden".

De toegang van mensen tot de gezondheidszorg wordt niet alleen belemmerd door het geweld, maar ook door de angst voor geweld. "Het geweld is systematisch gericht op dorpen en gezondheidscentra om te voorkomen dat gevluchte mensen terugkeren", zegt projectcoördinator Benjamin Courlet. "Sommige mensen zijn te bang om naar de gezondheidscentra in de dorpen of in de kampen te gaan. In plaats daarvan blijven ze in de jungle. Dus nu hebben we daar mobiele klinieken opgezet om ze toch te bereiken.”

Artsen Zonder Grenzen roept op tot meer steun voor de honderdduizenden ontheemden die in onhygiënische en overbevolkte omstandigheden leven. De humanitaire minimumnormen zijn daar nog lang niet bereikt. De teams van Artsen Zonder Grenzen proberen tegemoet te komen aan de meest dringende behoeften van de mensen, maar er moet meer hulp worden geboden, met inbegrip van basisgezondheidszorg en essentiële benodigdheden.

"In het licht van het recente conflict is de prioriteit om die mensen te bereiken die onmiddellijk medische hulp nodig hebben en vervolgens te proberen hun levensomstandigheden zoveel mogelijk te verbeteren", besluit Courlet. "Bovendien moeten we maatregelen voor infectiepreventie nemen, vooral met het oog op de dreiging van COVID-19. De behoeften van de mensen zijn enorm; we kunnen niet alles alleen doen.”

Over MSF/AZG

Artsen Zonder Grenzen is een medisch-humanitaire noodhulporganisatie, met projecten in meer dan 70 landen wereldwijd.