Cycloon Idai: Getuigenis noodhulpcoördinator AZG in Mozambique
19 maart 2019, Beira, Mozambique
Gert Verdonck is de noodhulpcoördinator voor Artsen Zonder Grenzen in Mozambique. Hij vertrok zondag en stuurde ons gisteren zijn eerste indrukken door. Voorlopig zijn nog geen interviews met hem mogelijk.
"Het eerste wat je ziet wanneer je toekomt, is de vernieling - en veel water. We krijgen te horen dat de situatie buiten de stad misschien nog erger is. In de korte tijd dat we hier zijn, hebben we ons echter geconcentreerd om de situatie en behoeften in de stad Beira in kaart te brengen, aangezien er zo'n 500.000 inwoners zijn en de meeste huizen beschadigd of verwoest zijn.
De watertoevoer is buiten gebruik. Veel mensen kunnen dus maar moeilijk aan drinkbaar water geraken. Vooral in de dichtstbevolkte en armste wijken.
Het leven gaat door, zo goed als dat kan. Mensen gaan weer aan het werk en gaan op zoek naar voedsel. Overal zie je ontwortelde bomen op de grond liggen, overal zie je mensen die proberen om hun huizen te repareren, mensen die het gat proberen te dichten waar vroeger een dak was. Het regent nog steeds hard. Ik ben er zeker van dat het nog een tijdje zal duren voordat het water zich terugtrekt.
In dit stadium is het moeilijk om een duidelijk beeld te hebben van de medische behoeften. Het is moeilijk om de gezondheidscentra te bereiken, omdat de wegen zijn verwoest of omdat de gezondheidscentra zelf zijn verwoest. Ik denk dat dat op dit moment onze grootste uitdaging is. Ook voor het ministerie van Volksgezondheid is dat een uitdaging. Zij proberen het zorgsysteem zo snel mogelijk te herstellen.
Ziektes die door water worden overgedragen, is zeker een punt van zorg. Mensen gebruiken grondwater zonder chloor. Dat water is naar alle waarschijnlijkheid niet veilig en niet drinkbaar. Wie meer geld heeft, kan nog steeds flessen water kopen, maar niet iedereen kan zich dat veroorloven.
Ook longziektes zijn een zorg. Het regent nog steeds binnen in de huizen, dus longontsteking wordt een probleem. En veel mensen zijn verzameld in scholen of kerken, waar ademhalingsziektes zich gemakkelijk kunnen verspreiden.
Daarbovenop komt de vraag hoe we mensen die ziek worden kunnen behandelen - met zoveel beschadigde of vernielde gezondheidscentra.
Ik wil nogmaals benadrukken dat het nog te vroeg is om een duidelijk beeld te schetsen van de exacte gezondheidsbehoeften. We zullen beginnen te reageren op de belangrijkste behoeften die we vaststellen. Tegelijkertijd moeten we dag na dag een beter begrip van de situatie ontwikkelen. Zo begrijpen we hoe en waar onze hulp de grootste impact heeft en kunnen we onze respons op basis daarvan uitbreiden.